Wat je moet weten voor je in Amerika uit eten gaat

Ah, Amerika. Land van onbegrensde mogelijkheden om te eten. Waar de porties gigantisch zijn en de manieren om zondige ingrediënten met elkaar te combineren eindeloos. Maar lees eerst even deze gids voor je in het vliegtuig stapt, want de gewoontes rond uit eten gaan zijn in Amerika vaak net even anders dan in Nederland.

    • Zomaar aan een leeg tafeltje neerploffen, zoals in Nederland de gewoonte is, hoort niet in Amerika. Ze posteren een gastheer- of vrouw bij de ingang die je naar een tafeltje leidt en je de menukaart overhandigt. Meestal wordt je ook meteen verteld wie je die avond bedient: dat is namelijk altijd één vast persoon. En dat heeft weer te maken met een punt dat later aan bod komt: de fooi.
    • Eten doe je aan een tafel in Amerika, drinken aan een bar. Dus ga je ergens aan een tafeltje zitten om alleen iets te drinken, dan kun je op een verbaasde blik van de bediening rekenen. Maar als je liever aan een tafeltje zit, gewoon doen: je wordt niet weggestuurd.
    • Uit eten gaan in Amerika begint ermee dat je een groot glas water ingeschonken krijgt. Wij zijn gewend om sowieso een drankje te bestellen, maar als je aan water genoeg hebt, kijkt niemand raar op als je verder geen drinken bestelt.

    • Ja echt, de porties zijn gigantisch. Bestel altijd het kleinste formaat van iets, dat correspondeert met een normale tot grote versie bij ons. Twijfel je of je een extra bijgerecht zult bestellen, omdat je vreest dat het hoofdgerecht onvoldoende is? Niet doen, je taille zal je dankbaar zijn.
    • Amerikanen laten rustig de helft van hun eten staan. Niet zo gek ook, gezien het bovenstaande punt. Kun je je maaltijd niet op, schroom dan niet om een doggybag te vragen. Vaak zal de bediening je die zelf al aanbieden. Dan heb je nog iets voor de lunch de volgende dag. Of je maakt er een hongerige dakloze blij mee, want die zijn er helaas veel.
    • De kans is groot dat je eten geserveerd wordt op een plastic bord en je drinkt uit een plastic beker. En niet alleen bij goedkope fastfood-tenten, maar ook bij verder toch respectabel ogende eetcafés. Soms is zelfs het bestek van het wegwerp-soort. Het zal wel efficiënter zijn, maar draagt niet echt bij aan het ‘uit eten’-gevoel.

    • Groente is duur in Amerika, dus je krijgt er weinig van als je uit eten gaat. Je moet sla en groente doorgaans apart bij het hoofdgerecht bestellen, en dan kom je waarschijnlijk nog niet aan je 2 ons per dag. Vitaminepillen mee, dus.
    • Kijk niet raar op als er opeens een nieuwe beker cola naast je nog halfvolle glas wordt gezet: je krijgt een gratis refill, of je nu wilt of niet. Koffie wordt vaak ook bijgeschonken, bier en wijn jammer genoeg dan weer niet.

IMG_20160508_160428

  • Neem altijd legitimatie mee. Ze nemen dat hele ‘niet drinken onder de 21 jaar’ nogal serieus in Amerika en als je alcohol wilt bestellen moet je je vaak zelfs legitimeren als je de 21 overduidelijk al enkele decennia voorbij bent. Sommige cafés kom je überhaupt niet in zonder ID-kaart.
  • Ben je nog druk aan het eten, wordt opeens de rekening ongevraagd neergelegd. Dat is eerder regel dan uitzondering in Amerikaanse restaurants. Het voelt een beetje alsof je weggekeken wordt, en dat is misschien ook wel zo: aan uitgebreid natafelen verdienen ze niet veel en dit is natuurlijk wel een kapitalistisch land. Had je nog wat willen bestellen, schroom niet: dan krijg je daarna gewoon een aangepaste rekening.

  • Bedienend personeel in Amerika krijgt een schijntje betaald en moet het dus vooral van de fooien hebben. Die gaan niet in een gezamenlijke fooienpot, maar naar de individuele ober of serveerster, die het jou daarom zoveel mogelijk naar de zin probeert te maken. Reken op 15 tot 20 procent van het totaalbedrag aan fooi; met een lager percentage geef je aan dat de service beroerd was.
  • Als je van tevoren wilt uitrekenen hoe duur je ongeveer uit zult zijn in een restaurant, vergeet dan behalve de fooi ook de sales tax niet. Prijzen op de menukaart – en in winkels – zijn altijd exclusief belasting, die per staat verschilt en kan oplopen tot zo’n 10 procent.