Column: Een stad vol pastafabrikanten en koffiekoningen

Koffie en pasta, dat is waar we hier in Groningen van leven. Althans, je zou het bijna gaan denken als je eens een wat langere blik werpt op de horeca in de binnenstad.

Neem nou die pasta. In 2015 opende De Pastafabriek zijn deuren, een fastfoodconcept waarbij je bord pasta of pizza wordt bereid terwijl je in de rij staat te wachten. Vorige maand kwam daar Vapiano bij en dan krijgen we ook nog een Happy Italy in de Oosterstraat: drie vrijwel dezelfde restaurants, die elk plek hebben voor honderden eters tegelijk. Dat komt nog eens bovenop alle reguliere pizzeria’s en osteria’s die we al hadden. En wat betreft de koffie: het zal je vast niet ontgaan zijn dat je in de Oude Kijk in ’t Jatstraat hinkelend van het ene hippe koffietentje naar het andere kunt gaan.

Mooi, kun je denken, die concurrentie houdt ze scherp en de prijzen laag. In een stad vol studenten houden we daar wel van. Maar een binnenstad vol pastafabrikanten en koffiekoningen betekent ook dat er minder plek is voor vernieuwende concepten, voor onbekende keukens en voor zaken waar je nog echt vol verwachting naartoe gaat. Hoe trots we ook zijn op onze jonge, creatieve en bruisende stad, daarvoor moet je toch nog steeds naar steden als Amsterdam en Rotterdam.

Wie wel eens op vakantie gaat naar verre oorden zal het vast opgevallen zijn: de souvenirverkopers bieden allemaal hetzelfde aan. Na het tiende stalletje met houten dierenbeeldjes is de lust om iets aan te schaffen je vergaan en denk je alleen nog maar: waarom is er niet één bij die iets anders verkoopt? Die zou pas echt goede zaken doen. En zo is het, lijkt mij, ook met de horeca: hoe meer diversiteit, hoe vaker we onze portemonnee willen trekken om iets nieuws uit te proberen.

Wat vind jij? Wil je meer variatie zien in de Groninger horeca, of is het aanbod wel prima zo? Kunnen er wat jou betreft niet genoeg pastarestaurants zijn in de stad of snak je naar Peruaans en Koreaans? Laat een reactie achter!